Consolideerspelletjes auditieve analyse

Tijdklanken

Neem een kookwekker (of de bom van het spel “tik tak boem”) en zet de tijd op ongeveer 1,30 minuten. Geef de kookwekker aan elkaar door en noem daarbij een klank (eerst een klank noemen en dan pas doorgeven). Wanneer de kookwekker afgaat bedenkt de leerling bij wie dat gebeurt een woord met de klank die genoemd is. Op deze manier moeten de leerlingen ook naar elkaar luisteren. Dit kan een woord zijn met de klank vooraan, in het midden of achteraan. De groep bedenkt waar de klank precies is gebruikt (vooraan, midden of achteraan)

Noem een woord met een….

Neem een doos plastic of houten letters. Geef er één door. Elke leerling benoemt de letter en bedenkt een woord met deze letter. Dit kan een woord zijn met de klank vooraan , in het midden of achteraan. Bepaal samen met de groep waar de klank in het woord is gebruikt

Ik voel, ik voel een….

Gebruik voorwerpen, eventueel passend bij het klassenthema. Leg één voorwerp in de voeldoos of in een kussensloop en laat  een leerling voelen. Hij/zij moet aangeven wat hij voelt. De andere leerlingen moeten nu klanken noemen die in de naam van dit voorwerp voorkomen. Schrijf alle klanken op en bepaal later samen waar ze precies in het woord staan.

De p van … pan!

Houd steeds een ander klankkaart op. Samen of om de beurt de klank zo snel mogelijk benoemen en vervolgens uitbreiden door er een woord mee te maken. Dit kan een woord zijn met de klank vooraan, in het midden of achteraan.

“Schipper mag ik overvaren”

Speel het spel zoals het anders ook gespeeld wordt waarbij nu een klank centraal staat.  De schipper zegt een reeks woorden waarbij de kinderen mogen overvaren zodra ze een woord met de doelklank horen. Moeilijker variatie is om ook de positie van de klank in het woord (vooraan/eerste of achteraan/laatste, in het midden/middelste) af te spreken. Gebruik in dat geval alleen of zoveel mogelijk mkm woorden. 

Het begint met een…

Neem één doelklank en laat alle leerlingen een woord met deze doelklank bedenken. Weet je echt geen woordje met de klank? Dan mag je een andere klank noemen. De volgende in de rij maakt dan een woord met de nieuwe klank. Dit kunnen de leerlingen ook in kleine groepjes doen.

Ga staan als je de p hoort!

Neem één doelklank en leg die zichtbaar voor alle leerlingen neer. Spreek met de kinderen af dat ze mogen gaan staan zodra ze deze klank horen. Geef daarbij aan of de klank vooraan, in het midden of achteraan het woord moet staan. Vervolgens noem je verschillende woordjes met af en toe de doelklank erin.

Woordenketting

Geef één woord als start en vraag de eerste leerling om met de laatste letter van dit woord een nieuw woord te bedenken. Dat woord moet beginnen met de eindklank van het eerste woord. De volgende leerling doet weer hetzelfde en er ontstaat een woordketting gemaakt worden op de volgende manier :Bak – kaart – tel – lus- slap – park – kaas – enz..

Noem de klank

Alle leerlingen moeten luisteren naar de eerste/vooraan klank van de woorden die jij opnoemt. Willekeurig wijs je steeds een leerling aan die de eerste klank mag noemen. Probeer het tempo steeds wat op te voeren. Wissel ook eens af met bv. laatste/achteraan of middelste/in het midden, te nemen.

De p is van …

Gebruik het digibord en laat hierbij alle klankkaarten van de aangeboden klanken één voor één op verschijnen. De klas spreekt telkens de klank hardop uit, waarna vervolgens alle leerlingen alleen of in kleine groepjes een woord bedenken met deze klank vooraan/eerste.

Een moeilijke variant; neem één doelklank en laat de groep zoveel mogelijk woorden met deze doelklank bedenken, die horen bij het taalthema dat op dat moment in de klas aan bod is. Schrijf deze woorden direct op, zo mogelijk op een flap-over of  op een A3 vel papier.

Als je een p hebt mag je naar buiten!

Nog snel even oefenen, vlak voordat de leerlingen naar buiten/huis mogen: 

    • Iedereen met de klank…  in zijn/haar naam, mag naar buiten
    • Iedereen die een kleur heeft in zijn kleren die met de klank … begint, mag naar buiten
    • Iedereen die een kledingstuk aanheeft dat met de klank t begint, mag naar buiten