Consolideren auditieve synthese
Wij zijn een woord!
Alle leerlingen krijgen een klankkaart van een al aangeboden medeklinker. Neem nu zelf een klankkaart van een klinker en vertel de leerlingen dat jullie en woord gaan maken. Deze klinker is de klank die in het midden van het woord staat. Bedenk vervolgens een woord, bv. top. Zeg het woord is stukjes en wijs aan waar de t en de p moeten komen te staan. De leerlingen die deze klankkaarten hebben, gaan op de juiste positie staan. Nu kan de groep samen het woord lezen. Eerst de losse klank/letter benoemen (wijs ze ook aan) en vervolgens synthetiseren tot het juiste woord. Bespreek ook of het een echt woord of een onzin woord is.
Bedenk nu een nieuw woord, maar laat de leerlingen eerst nog even op de plaats staan. Je kunt nu aangeven dat het nieuwe woord gemaakt wordt door dat er een klank/lettter wordt veranderd. Maak bv. sop; zeg het hele woord en vervolgens de losse klanken/letters, waarbij jij de positievan deze klanken aangeeft. De leerling met de klank/letter die niet meer in het woord voorkomt, de t in dit geval, loopt terug naar de stoel en de leerling met de klank/letter s neemt die plaats is. Lees vervolgens met de groep alle losse klanken, synthetiseer het tot het woord en benoem of het een echt of onzinwoordje is. Bespreek vervolgens ook welke klank/letter anders is en op welke positie deze klank/letter stond.
“Schipper mag ik overvaren”;
Speel het spel in de gymzaal op de manier zoals het spel normaal ook gespeeld wordt. De kinderen mogen nu echter pas overvaren wanneer zij het woord dat centraal staat horen (bv. top) Spreek dit woord in losse klanken uit, afgewisseld met andere woorden in losse klanken. Varieer hierin door woorden te gebruiken met grote klankverschillen ( t-o-p en m-aa-n) of juist woorden waarbij de klankverschillen klein zijn ( t-o-p, s-o-p).
Woordgehakt
Hak als leerkracht een mkm-woord, maak ook gebruik van je handen hierbij om de positie van de losse klanken te laten zien en laat de leerlingen samen het woord in één keer zeggen. Wanneer de auditieve synthese nog veel problemen oplevert, gebruikt hierbij dan als extra visualisatie, een afbeelding van het woord. Dit kan door bv. de hak- en plakkaartjes van een doelklank op het digibord te plaatsen en vervolgens één woord hiervan in stukjes te noemen. Hierdoor kunnen de leerlingen sneller het woord synthetiseren.
Hier staat een woordje
Alle leerlingen krijgen een klankkaartje van de klanken die zijn aangeboden; zowel klinkers als medeklinkers. De leerkracht zegt een woord in losse klanken; de leerlingen die genoemde klanken als klankkaartjes hebben mogen met hun kaartje naar voren lopen en op de juiste klankpositie gaan staan. Vervolgens samen met de groep alle losse klanken lezen en het woord synthetiseren. Klopt het met het woord dat de leerkracht in losse klanken heeft aangeboden? Is het een echt of een onzin woordje
Plakken en wegwezen!
Nog even oefenen voordat we naar huis/buiten gaan! Geef woorden in losse klanken en hang daar een beloning of opdracht aan. Bijvoorbeeld:
-
- Alle kinderen die g –ee – l in hun kleren hebben, mogen naar buiten.
- Alle leerlingen met hun t – a – s op schoot, mogen naar buiten.
- Alle leerlingen met een j – u – r – k aan, mogen hun jas aan doen..
Variatie: Geef een korte opdracht. Zodra de leerlingen deze opdracht hebben uitgevoerd mogen ze weg.
- Tik één keer aan je n – eu – s
- Pak je oo- r
- Ga op één b – ee – n staan