Zelf woorden maken met het klik-klakboekje van Veilig leren lezen 

Instructie gevoelige leerlingen

Alle leerlingen in de groep hebben een klikklakboekje van Veilig leren lezen, waarin alleen de klanken/letters in aangeboden worden, die alle leerlingen kennen. De leerkracht legt vervolgens een mkm woord met de klankkaarten neer voor de groep. Zij leest het woord voor, waarbij eerst alle klanken/letters los worden gelezen en juist aangewezen. Daarna wordt het woord aan elkaar “geplakt”door in één vloeiende beweging van de handen het woord samen te voegen. Hierna mogen alle leerlingen het woord naleggen in hun eigen klikklakboekje; zo nodig kan dit ook in tweetallen gedaan worden. Daarna worden de begrippen eerste(vooraan), middelste (in het midden) en laatste (achteraan) herhaald; welke klank/letter staat op welke positie. Daarna wordt ook het woord als geheel besproken; is het een echt of onzin(fantasiewoordje)?

Vervolgens geeft de leerkracht aan, dat ze een nieuw woordje gaat maken, door bv. de eerste (vooraan) letter te veranderen; “de w haal ik weg en ik leg er de l voor in de plaats”. Alle leerlingen leggen ook dit nieuwe woord weer in het klikklakboekje, waarna vervolgens alle klanken/letters en op welke positie ze staan, worden herhaald, evenals of het een echt of onzin(fantasie) woordje is.

Instructie afhankelijke leerlingen

Deze leerlingen hebben allen een eigen klikklakboekje. Bij alle nieuwe woorden die gemaakt gaan worden, laat de leerkracht het met de klankkaarten eerst zien hoe het gedaan moet worden. Het woord wordt samen gelezen; eerste de losse klanken/letters, daarna het hele woord in een keer. Vervolgens legt de leerkracht het woord ook goed neer in een klikklakboekje. Samen wordt besproken welke klank/letter als eerste(vooraan), middelste(in het midden) of laatste (achteraan) en wordt het woord ook samen gelezen; eerst de losse klanken/letters, daarna het hele woord in een keer. Hierna mogen de leerlingen het woord zelf in hun eigen boekje gaan leggen, waarna alle leerlingen hun eigen woord hardop mogen voorlezen; eerste de losse klanken/letters, daarna het hele woord in een keer.

Instructie onafhankelijke leerlingen

Deze leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag. Eventueel mogen zij ook de woorden die zij hebben gemaakt in hun klikklakboekje, overschrijven op een vel papier. Wanneer het een echt woordje is, mogen ze het er ook naast tekenen.

Als variatie kan de leerkracht aangeven,dat zij voor de hele groep een structuurrijtje mogen gaan maken. Dan moet steeds de beginletter veranderen, de middelste en de laatste letter blijven gelijk. Door het vervolgens onder elkaar op te schrijven, ontstaat er zo een eigen structuurrijtje. Dit kan ook als variatie met de laatste of middelste letter gedaan worden, of door de eerste en laatste letter om te wisselen; welk woord krijg je dan?

Materiaal

Klankkaarten
klik-klakboekje
potlood en papier

Leerlijn kerndoel

Technisch lezen en begrijpend lezen groep 1 / 2 

Spelling groep 1 / 2

Subdoel leerlijn

Synthese van woorden

Doel van de oefening

De leerlingen  kunnen klanken of klankgroepen samenvoegen tot een woord, waarbij er een visuele ondersteuning  aanwezig is 

Uitvoering

In kleine groepjes (maximaal acht kinderen). Een grote groep moet opgesplitst worden.

Tijd

15 minuten