Klanken herkennen en onderscheiden

Instructie gevoelige groep

Kies maximaal vier klanken die de kinderen al kennen en waarvan de klankkaart aan de muur hangt. Op deze manier kan de klankkaart een extra ondersteuning bieden en dit geeft voor veel kinderen extra zelfvertrouwen.

Geef de kinderen allemaal een klankplaatje van de klanken die je gebruikt.  Bespreek de klanken nog een keer met de kinderen. Benoem de kenmerken, laat ze de klank herhalen met ondersteuning van het klankgebaar. Laat de kinderen met het plaatje van de klank die je behandelt het kaartje ophouden.  Blijf dit nu herhalen. Jij noemt een klank met ondersteuning van het klankgebaar en de kinderen houden hun plaatje omhoog en mogen de klank natuurlijk zelf ook zeggen!

Extra voor instructie afhankelijke groep

Voor deze leerlingen is het van belang dat zij het mondbeeld van de leerkracht goed kunnen zien; dit geeft extra ondersteuning voor het juist waarnemen van de klank. Herhaal de 3 kenmerken van de klank en gebruik hierbij ook de klankkaart als visuele ondersteuning.  Maak gebruik van het klankgebaar tijdens het uitspreken van de klank w; ook dit vestigt de aandacht op het mondbeeld en geeft voor de leerlingen extra informatie. Ook is het voor deze groep leerlingen zinvol, dat zij de juiste klank ook zelf hardop uitspreken wanneer zij de klank auditief herkennen. Laat daarom deze leerlingen niet alleen de klankplaat omhoog houden, maar laat ze de klank ook (eventueel om de beurt) hardop uitspreken.

Extra voor instructie onafhankelijke groep

Deze leerlingen kunnen de letter stempelen of schrijven wanneer ze de juiste klank auditief waarnemen. Deze groep kan dan ook aan de tafel met stempel of pen/potlood en papier of een zandbakje werken.