Toepassen van beginrijm
Instructie gevoelige groep:
Lees een kort rijmpje met beginrijm voor, waarbij de beginklank van de beginrijmwoorden extra benadrukt, maar niet langgerekt, worden uitgesproken. Vervolgens wordt het gedicht nog eenmaal uitgesproken en worden de beginrijmwoorden nu ook opgeschreven op het (digi)bord. Zet steeds de beginrijmwoorden onder elkaar en onderstreep de beginrijm.
Bijvoorbeeld:
Dunne dientje doet direct
De dikke deur dicht!
dunne
dientje
doet
direct
de
dikke
deur
dicht
Vertel vervolgens dat deze woorden onder elkaar ook iets hetzelfde hebben, namelijk de beginklank. Woorden die met dezelfde klank(en)/letter(s) beginnen klinken niet bijna hetzelfde, behalve het allereerste stukje van het woord.
Nu gaat de groep zelf een woordrij maken met beginrijm. Jij begint en en laat de beginklank/beginletter middels de klankkaart zien.
Bijvoorbeeld: maan
Bespreek samen met de leerlingen welke beginklank/beginletter te horen is in het woord. Daarna mogen de leerlingen allemaal een nieuw woord met deze beginklank/beginletter maken. De woorden worden vervolgens op een rij onder elkaar opgeschreven op het (digi)bord. Om alle leerlingen betrokken te houden blijft de klankkaart van de doelklank zichtbaar voor alle leerlingen in de kring aanwezig.
Wanneer alle woorden zijn opgeschreven lees je de woordrij nogmaals voor.
Extra voor instructie afhankelijke groep
Gebruik voor deze groep een kleurplaat van de doelklank die geoefend kan gaan worden. Gebruik juist voor deze groep de eerste keer een kleurplaat van een klank die verlengd kan worden , zoals de m,l,n,s,z,f,v,g en r. Laat de leerlingen zelf zoeken naar een woord dat met de doelklank begint en deze hardop uitspreken, waarbij de leerling de beginklank verlengd uitspreekt.
Bijvoorbeeld:
mmmmmmolen, mmmmmmman, mmmmmmmol, mmmmmmmmaan enz.
De leerkracht schrijft vervolgens deze woorden op een apart vel onder elkaar op, waarbij de beginletter wordt onderstreept. Aan het einde van de oefening worden deze woorden nogmaals door de leerkracht voorgelezen.
Extra voor Instructie onafhankelijke groep
Deze leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag. Ga als volgt te werk.
Maak een werkblad met twee tabellen, met daarboven de beginletter waarmee gewerkt gaat worden.
Bijvoorbeeld:
P |
M |
|
|
|
|
|
|
|
|
Vervolgens mogen de leerlingen zelf woorden bedenken met deze beginletter/beginklank. Ze mogen kiezen om het woord te tekenen, te schrijven of beide te doen. Er kunnen ook tweetallen gevormd worden, waarbij de ene leerling tekent en de andere leerling schrijft of stempelt
Leerlijn kerndoel
Rijmen
Subdoel leerlijn
Toepassen van beginrijm
Doel van de oefening
Juist toepassen van beginrijm, eventueel met visuele ondersteuning middels klankkaarten
Uitvoering
Met de hele groep en eventueel in kleinere groepjes
Tijd
Maximaal 15 minuten.