De klank r
De klank r kan op twee manieren gevormd worden; door beweging van de huig achter in de keel (huig-r) of door de tongpunt achter de boventanden te laten trillen (tongpunt r). Beide mogelijkheden zijn goed en kinderen hebben zelf vaak al een voorkeurs- r, vaak ook afhankelijk van waar zij in Nederland wonen. Belangrijk om te weten is, dat de r voor het zevende jaar nog niet door alle kinderen gemaakt kan worden; deze klank vraagt zoveel (neurologische) verfijning, dat nog niet alle kinderen voor hun zevende jaar hieraan toe zijn. Besteed daarom aan deze klank dan ook niet teveel aandacht wanneer kinderen deze klank nog niet kunnen maken. Maak dan meer gebruik van auditieve oefeningen; dat kunnen de kinderen wel.
De huig – r en de tongpunt- r zijn stemhebbende klanken, waarbij de mond licht geopend is. Bij de tongpunt r trilt de tongpunt achter de boventanden, bij de huig-r trilt de huig achter in de keel. Op de klankkaart staat het mondbeeld rechts bovenaan aangegeven. Bij deze klank is dan ook het mondbeeld te zien van een geopende mond:
Belangrijk is om dit ook altijd te verwoorden: De r maken we met onze mond open en met onze tongpunt trillend achter de boventanden of trillend achter in de keel.