Het mondbeeld
Het mondbeeld van de spreker geeft extra informatie over welke klank wordt uitgesproken. Dit is vooral voor kinderen waarbij sprake is van een zwakke auditieve verwerking of voor kinderen die in meer of mindere mate veel te maken hebben met verkoudheden en/of vergrote amandelen waardoor ze regelmatig slechter horenvan belang.
Alle klanken hebben 3 kenmerken die specifiek zijn voor die klank en die we duidelijk kunnen maken aan de leerlingen:
- Positie van de mond; stand van de lippen, positie van de tong
- Stemloos of stemhebbend
- Korte (explosieve) of lange klank
Daarnaast worden alle klanken ook gemaakt door wel of geen neusluchtverlie dit onderdeel is voor kleuters echter te abstract. De stand van het zachte gehemelte, achter in de mond, kan de neusholte volledig, deels of helemaal niet afsluiten. Dit bepaalt of er lucht door de neus verdwijnt of niet. Het zachte gehemelte is immers niet te zien.
Enkele voorbeelden:
M: Bij de m zal alle lucht door de neus verdwijnen; immers, bij de mond zijn de lippen gesloten en het zachte gehemelte sluit de neusholte niet af. Bij het dichtknijpen van de neus zal er dan ook geen klank meer hoorbaar zijn en zal er luchtdruk voelbaar zijn in de neus.
N/L; kenmerkend verschil tussen deze twee klanken is dat bij de n er deels lucht door de neus verdwijnt (het zachte gehemelte sluit de neusholte niet volledig af) en bij de l (zachte gehemelte sluit de neusholte af) niet. Dit kun je aan kinderen laten horen, door af en toe zachtjes in de neus te knijpen wanneer de n of de l wordt uitgesproken. Bij de n zal duidelijk een verschil hoorbaar zijn, bij de l niet, wanneer deze klank juist wordt uitgesproken.
In dit programma is er voor gekozen om het aspect neusluchtverlies van de klank alleen aan te geven, wanneer het voor de klank noodzakelijk is om dit aan te geven. Dit staat dan specifiek bij de aandachtspunten van de klank benoemd.
Voor kinderen kan het mondbeeld extra informatie geven over welke klank wordt uitgesproken. Zeker voor kleuters, waarbij de auditieve verwerking zwak is of bij kleuters die regelmatig door verkoudheden en/of vergrote amandelen, niet optimaal kunnen horen. Voor deze kinderen is het moeilijk om auditief het verschil tussen bv. de p, t en de k te horen. Het zijn alle drie stemloze, korte (explosieve klanken), die alleen door de stand van de lippen en/of tong, duidelijk kenmerkend verschillend zijn. Door kinderen hierop te wijzen, krijgen ze deze extra visuele informatie mee.
Zo zijn de klanken m en n vaak ook auditief erg lastig voor kinderen juist waar te nemen, maar door specifiek op het mondbeeld te wijzen ( bij de m zijn de lippen op elkaar, bij de n is de mond licht geopend en staat de tongpunt achter de boventanden) is dit veel duidelijker.
Op alle klankkaarten staat daarom het mondbeeld duidelijk rechts bovenaan aangegeven en zal dit altijd als kenmerk bij de klank benoemd worden.