Klankintroductie au

Instructie gevoelige groep

Introduceer de klank au/ou door uw vinger te laten zien, waarop u met rode stift een wondje hebt gemaakt. Zeg daarbij ook dat het zeer doet; au! Vervolgens plakt u een pleister op uw vinger. Daarna mogen alle leerlingen een plek aanwijzen waar zij pijn hebben; laat alle leerlingen om de beurt “au!”erbij verwoorden. Eventueel mogen ze dan ook een pleister op de plek waar het zeer doet.  Wanneer alle (of een aantal) leerlingen aan de beurt geweest zijn, herhaal dan de klank au/ou met ondersteuning van het klankgebaar; knijp hiervoor licht met uw wijsvinger en duim in uw wang en leg uw linkerhand op de keel. Laat daarna de kinderen de klank uitspreken met ondersteuning van het klankgebaar. 

Vervolgens vertelt u de leerlingen dat de klank au/ou met de mond geopend wordt uitgesproken, maar dat er een lichte beweging wordt gemaakt met de mond. Van geopend naar licht geopend. Leg uit dat je dit ook kunt zien aan hoe de klank geschreven wordt; er staan 2 verschillende letters in 1 klank! Dit betekent dan ook dat je je mond beweegt als je de klank goed uitspreekt. Laat dit duidelijk zien door het verschil te laten zien en ervaren bij het uitspreken van de aa (twee dezelfde letterbeelden; mond blijft wijd geopend en verandert niet van vorm) en de  au/ou (twee verschillende letterbeelden; de mond veranderd van vorm) . Verder is het bij deze klank van belang, dat uitgelegd wordt dat de klank au altijd hetzelfde klinkt, maar dat de letter au soms als au en soms als ou  geschreven wordt. Voor de kleuters is echter beide schrijfwijzen goed.

Laat vervolgens de klankkaart zien en benoem de 3 kenmerken van de aa:

  1. De au/ou maken we met een beweging van onze mond; van open naar  een beetje open:
  • Mondbeeld bovenaan de klankkaart
  1. De au zeggen we met  stem;
  • Kleur blauw op de klankkaart
  • Wel een hand op de keel
  1. De au is lang
  • Rechthoek  op de klankkaart

 Extra voor instructie afhankelijke groep

  1. Herhaal extra de kenmerken van de klank au en gebruik hierbij ter ondersteuning de klankkaart au/ou.
  2. Laat de leerlingen het zien en voelen bij de leerkracht en bij zichzelf.

Extra voor Instructie onafhankelijke groep

Geen

Leerlijn kerndoel

Technisch lezen en begrijpend lezen groep 1 / 2 

Spelling groep 1 / 2

Leerlijn kerndoel

Technisch lezen en begrijpend lezen groep 1 / 2

Spelling groep 1 / 2

Subdoel leerlijn

Letters benoemen en aanwijzen; au/ou

Doel van de oefening

Aanleren van de juiste uitspraak van de klank au/ou

Doel van de oefening

De leerlingen  kunnen klanken of klankgroepen samenvoegen tot een woord, waarbij er een visuele ondersteuning  aanwezig is 

Uitvoering

In de klas en zonodig in kleine groepen

Tijd

Maximaal 15 minuten

Mondpositie

Klinkers en tweeklanken

Aandachtspunten

  1. 3 kenmerken:
    • Beweging van de mond van geopend naar een beetje geopend
    • Stemhebbend
    • lange klank
  2. Wanneer een leerling de klank niet juist kan nazeggen, raadpleeg dan een logopedist