Klankintroductie l
Instructie gevoelige groep
De vorige keren hebben we al letters geoefend; wie weet nog welke dat waren? De letter die we vandaag zullen oefenen, is de l. Kijk allemaal maar eens op je naamkaartje; wie kan mij vertellen of hij/zij deze letter in zijn/haar naam zitten? Wie weet er misschien al een aantal woorden die beginnen met de letter l? Introduceer de letter l aan de hand van het voorwerp (een (namaak)ijsje) en de grote klankplaat die bij deze klank hoort. Eet samen een ijsje of doe alsof en zeg: “Mmmm een ijsje! Lekker likken. Nu doe ik een beetje ijs achter je tanden. Lik maar weg: l-l-l-l”. Doe dit met ondersteuning van het betreffende klankgebaar (laat de mondstand zien. Tongpunt omhoog, vlak achter de boventanden en linkerhand op de keel). Hoe smaken ijsjes meestal? (lekker! – dat is ook met de l. Laat de kinderen de klank uitspreken met ondersteuning van het klankgebaar. Bij deze letter/klank is het leuk om zelfgemaakte ijsjes mee te nemen. Doe dit door limonade in bakjes/vormpjes te gieten waar je normaal gesproken ijsklontjes mee maakt. Knip rietjes in stukjes en steek deze als stokjes in de ijsjes, als de ranja half bevroren is.
Laat vervolgens de klankkaart zien en benoem de 3 kenmerken van de l:
- De l maken we met onze tongpunt achter de boventanden:
- Mondbeeld bovenaan de klankkaart
- De l zeggen we met stem;
- Kleur blauw op de klankkaart
- Een hand op de keel
- De l is lang
- Rechthoek op de klankkaart
Vergelijk nu samen met de leerlingen de overeenkomsten tussen de l, m, b en p en laat ook zien hoe dat zichtbaar is gemaakt op de klankkaart:
- De l, m en b maak je met je stem (kleur blauw en hand op de keel)
- De l en m zijn allebei lang (rechthoek)
Geef nu ook het kenmerkende verschil aan tussen de l, m, b en de p en laat ook zien hoe de leerlingen dit op de klankkaart kunnen zien en laat ze dit bij zichzelf voelen:
- De l, m en b (blauw) maak je met je stem en de p zonder de stem (geel)
- Bij de l, m en b leg je je hand op de keel en bij de p niet (foto klankgebaar)
- De l en m zijn lang (rechthoek) en de b en p zijn kort (vierkant en beweging van de hand)
Extra voor instructie afhankelijke groep
- De leerkracht loopt bij alle leerlingen van deze groep langs en laat deze leerlingen goed de juiste plek van de tongpunt achter de boventanden zien en laat vervolgens de hand op de keel van de leerkracht leggen. De leerkracht spreekt duidelijk de l een aantal malen achter elkaar uit en verwoordt dat de stem trilt.
- Herhaal extra de kenmerken van de klank en gebruik hierbij ter ondersteuning de klankkaart
- Herhaal dit ook voor de klanken m, b en p; laat de leerlingen het zien en voelen bij de leerkracht en bij zichzelf.
- Wissel nu de l, m, b en p af; laat de leerlingen het steeds bij zichzelf voelen en indien nodig, ook bij de leerkracht. Laat de leerlingen benoemen wat het verschil is tussen de l,m en b en p (met stem; ik voel de keel trillen en zonder stem; de keel trilt niet, kort of lang) en de overeenkomsten (de m/ p/b/ maak je met de lippen) enz..
Extra voor Instructie onafhankelijke groep
Geen
Leerlijn kerndoel
Technisch lezen en begrijpend lezen groep 1 / 2
Spelling groep 1 / 2
Subdoel leerlijn
Letters benoemen en aanwijzen; l
Doel van de oefening
Aanleren van de juiste uitspraak van de klank l
Uitvoering
In de klas en zonodig de groep opdelen in kleinere groepen.
Tijd
Maximaal 15 minuten
Aandachtspunten
- 3 kenmerken:
- Tongpuntklank
- Stemhebbend
- Lange klank
- Het kan voorkomen dat kinderen deze klank in eerste instantie gaan overcompenseren, door de tongpunt voor de tanden neer te zetten. Hier hoeft niet al teveel aandacht aan besteed te worden; eventueel kan de leerling het nog bij zichzelf in de spiegel controleren en de ervaring heeft geleerd, dat dit vanzelf normaliseert.
- Wanneer een leerling de klank niet juist kan nazeggen, raadpleeg dan een logopedist.
Mondpositie
Tongpuntklank voor