Consolideren herkennen eindrijm
Ren je rijm!
Alle kinderen staan op een rij tegen de muur van het gymlokaal of een buitenmuur van het schoolplein. De leerkracht staat ervoor en zegt steeds 2 woorden; wanneer de woorden rijmen, mogen de kinderen zo snel mogelijk naar de andere kant rennen. Rijmen de woorden niet, dan blijven de kinderen staan.
Variatie;
bij twee woorden die rijmen mag je twee grote stappen naar voren doen
geef steeds drie woorden; wanneer er maar twee woorden rijmen mag je twee stappen doen, wanneer de drie woorden rijmen, mag je drie stappen naar voren doen
Ik hoor het rijmen!
Teken twee grote cirkels op het plein, waar de groep samen in kan staan. In de ene cirkel teken je een grote duim omhoog (goed), in de andere cirkel een grote duim naar beneden (fout).
Laat alle leerlingen op een rij tegen de muur staan. Gebruik nu één plaatje met een mkm-woord erop (huis, tak, mes, enz.). Benoem het woord. Houd deze plaat voor je buik vast.
Vervolgens geef je de opdracht dat je een rijmwoord bij het plaatje gaat zeggen; is het een goed rijmwoord, dan mogen de kinderen naar de cirkel met duim omhoog, is het fout, dan mogen ze naar de cirkel met de duim omlaag.
Variatie;
in de klas; kinderen doen de duim omhoog of duim naar beneden
laat af en toe een leerling leerkracht zijn
Tot morgen zonder zorgen!
De leerkracht laat een plaatje zien van een mkm-woord en benoemt deze hardop. Wanneer de kinderen naar huis gaan, mogen ze opstaan en naar buiten gaan en daarbij een high five aan de leerkracht geven. De leerkracht geeft steeds een ander rijmwoord op het aangeboden woord .
Variatie;
high five; de leerkracht staat bij de deur en alle leerlingen zeggen zelf eerst het aangeboden woord van het plaatje en dan een high five aan de leerkracht waarbij de leerkracht een nieuw rijmwoord zegt
Consolideren toepassen eindrijm
Mag het rijmtreintje rijden?
Maak een paar groepjes van je klas; elk groepje vormt een treintje, door achter elkaar te gaan staan. De voorste leerling is de machinist. Zet pionnen neer als verschillende stationnetjes; elke treintje staat bij een pion/station.
De leerkracht geeft een beginwoord aan. Elke treintje mag via de machinist een rijmwoord aangeven; is het rijmwoord goed, dan mag het treintje tot het volgende stationnetje doorrijden. Is het rijmwoord niet goed, dan blijft het treintje staan. De machinist sluit nu weer achter aan en de leerling die nu vooraan staat is de machinist.
Variatie;
Leg bij elk stationnetje een klankkaart. Zet de treintjes op een rij bij de muur. Geef nu een start woord aan. Eén treintje mag gaan rijden en bij elk stationnetje benoemen ze de klankplaat en maken met de klank het nieuwe rijmwoord. Zo mag dit treintje alle stationnetjes af. Daarna komt er een nieuw woord en mag het andere treintje.
De rijmballon vliegt door de lucht!
Gebruik hiervoor een grote, vrij stevige ballon. Verdeel de groep in een aantal groepjes van ongeveer 4 – 6 leerlingen. Elk groepje heeft een eigen ballon.
De leerkracht geeft een mkm-woord aan. De leerlingen krijgen even bedenktijd om een rijmwoord zelf te bedenken. Vervolgens mag de ballon worden overgetikt van de ene leerling naar de andere; bij het overtikken moet de leerling het rijmwoord hardop zeggen.
Variaties:
- Met een pittenzak overgooien
- Doortikken in de kring; bij het doortikken moet een nieuw rijmwoord worden gezegd
- In tweetallen; slaan op een boksbal waarbij bij elke slag een rijmwoord genoemd moet worden
Draaien maar!
Gebruik hiervoor de draaischijf waarop je zelf letters kunt schrijven of de draaischijf van PimPamPet, maar waarbij de hoofdletters vervangen zijn door de kleine letters.
De leerkracht laat een plaatje van een mkm woord zien; benoem dit woordje hardop. Vervolgens mag een leerling draaien aan de draaischijf; de letter die gedraaid is wordt hardop benoemt en vervolgens wordt hiermee het rijmwoordje gemaakt.
Variaties:
- Laat bij het rijmwoordje ook benoemen of het een echt woordje (bestaand) is of een onzin of fantasie (niet bestaand) woordje is
- Wanneer er meer draaischijven beschikbaar zijn, dan kan dit ook in kleine groepjes gedaan worden
Tot morgen zonder zorgen!
Wanneer de kinderen naar huis gaan, mogen ze opstaan en naar buiten gaan wanneer ze een rijmwoord bedacht hebben bij het aangegeven woord.
Variaties:
- High five in tweetallen; de leerlingen bedenken in tweetallen een rijmwoord en middels een high five aan elkaar gevend met daarbij het rijmwoord hardop uitsprekend, mogen ze naar buiten
- High five; de leerkracht staat bij de deur en alle leerlingen geven een high five aan de leerkracht en zeggen daarbij een rijmwoord hardop