Hinkel de klanken

Het weer lijkt goed en een frisse neus is fijn, dus vandaag doen we klankspel buiten. We gaan klankhinkelen! Bedenk samen met je kind(eren) een mooie hinkelbaan. In plaats van cijfers gebruik je op deze hinkelbaan klanken. Oudere kleuters kunnen misschien al wel hinkelen met de (kleine) letters die jullie samen in de vakken schrijven. De jongere kleuters hebben waarschijnlijk de extra steun van het klanksymbool nodig.  Het klanksymbool is het voorwerp dat bij de klank hoort (dus niet bij de letter) en die hetzelfde geluid maakt of symboliseert. Het symbool staat altijd op de klankkaart en ook op speciale klankplaatjes die op school wordt gebruikt voor spelletjes en oefeningen (zie foto).

In de klas gebruiken we bij het hinkelen dus onze klankplaatjes. Thuis kun je zelf klankplaatjes maken door afbeeldingen van het symbool op te zoeken op internet en uitprinten, uitknippen uit een tijdschrift of natuurlijk zelf tekenen.  Op de foto hiernaast zie je welk symbool bij welke klank hoort.

Teken/leg/schrijf samen in jullie hinkelbaan alleen klanken die op school al zijn behandeld en gebruik er maximaal drie. Benoem deze klanken steeds fonetisch  hardop.  

Als de baan klaar is overleg je met de kinderen welke klank(en) jullie overslaan en dan kun je gaan hinkelen! Het is belangrijk om steeds de klank waar je op springt hardop (fonetisch) uit te spreken.  

Oudere kleuters kunnen misschien al een combinatie hinkelen. Bijvoorbeeld ‘sla alle vakken met een p over’ of ‘spring alleen op vakken met een b’. Voor jongere kleuters is de combinatie van springen en uitspreken een hele uitdaging.

De hinkelbaan kan natuurlijk steeds opnieuw worden gebruikt, met nieuwe klanken of een andere volgorde.

Veel klankhinkelplezier!