Ren de klank!
Omdat we allemaal in beweging moeten blijven en het weer uitnodigt om buiten te spelen doen we vandaag een renspelletje!
Zoek een plek waar je lekker kan rennen en maak daar vier tot zes “klankplekken”. Dat kan door een cirkel te tekenen met stoepkrijt, maar je kunt ook een boom, een bankje een plant aanwijzen als klankplek. Aan deze plekken koppel je een klank die de kinderen al kennen. De letter van de klank kun je in de cirkel tekenen of in het zand. Je kunt ook de klankvellen van de bingo uitprinten en deze kaartjes aan de boom, plant of bank plakken. Ga samen alle plekken langs en benoem de klanken fonetisch. Dit is extra belangrijk als je alleen de letter gebruikt om de plekken te markeren. Weet je nog welke kenmerken de klank heeft?
Dan gaan we spelen! Alle deelnemers (dat kan er ook maar één zijn) staan achter de klanknoemer. Die noemt één van de gebruikte klanken. De deelnemers rennen naar de juiste klankplek. Staat iedereen goed? Dan noemt iedereen de klank hardop. Sta je bij een andere klank? Welke klank is dat dan en wat is het verschil met de genoemde klank?
De klanknoemer noemt vervolgens een nieuwe klank en iedereen rent naar de nieuwe plek. Natuurlijk kun je zo vaak je wilt dezelfde klank gebruiken bij het rondrennen. De volgende keer dat je wilt klankrennen kun je eventueel weer nieuwe klanken gebruiken.
Veel plezier!